dinsdag 1 februari 2011

Bolduque (1); de naam

Soms is het even puzzelen, want die Spanjaarden hebben zo hun aanpak bij de naamgeving van buitenlandse steden. Aquisgrán bijvoorbeeld? Aken dus. Malinas is Mechelen en Bolduque ’s-Hertogenbosch. Daarvan is het moederwoord Bois-le-Duc, maar niet iedere Spanjool had in die tijd Frans in zijn pakket.

‘In die tijd’ verwijst naar lang geleden, hoewel niet in bijbelse zin. Bolduque duikt als naam vooral op in Spaanse geschriften uit of over de periode 1450-1650. Als ik nu in Spanje zeg dat ik uit Bolduque kom, kan dat voor die lui ook op de Noordpool liggen. (Op een koude dag als vandaag heeft het daar ook alle schijn van.)

In bovengenoemde periode trokken lieden van hier naar daar. De handelaars verbleven er eerder tijdelijk, terwijl de kunstenaars ‘integreerden’. Dat proces verliep stapsgewijs, zoals onder meer blijkt uit onderzoek van Raymond Fagel. Hij attendeert in zijn dissertatie op een kolonie Brabo’s uit Den Bosch e.o. waarvan de leden met elke volgende generatie meer ‘verspaansten’.

Eenmaal aangekomen, veranderden veel van die landverhuizers ogenblikkelijk hun achternaam en dat zou ik ook gedaan hebben, want die van mij leidt hier in Nederland al tot de meest exotische varianten. Toentertijd zou ik me in Spanje Vandenbosch genoemd hebben, in casu de Bolduque. En dat deden er nogal wat. Inmiddels is de Bolduque in allerlei schrijfvormen een Spaanse achternaam. Google maar eens.

Een aantal de B’s wisten een graad van bekendheid en waardering te bereiken op het Iberisch Schiereiland. In wat afleveringen zullen zij op mijn weblog de revue passeren. De eerste wordt Pedro de Bolduque, een beeldhouwer waar ikzelf bij wijze van spreken tegenaan liep op een zomerse zaterdagmiddag in Valladolid. Niets vermoedend stapten wij zes-zeven jaar geleden het Museo Nacional de Escultura binnen. Letterlijk in de schaduw van Juan de Juni’s meesterwerken stond daar een beeld van Pedro de Bolduque. ‘Nondeju, Piet van Den Bosch’, riep ik; gelukkig mocht ik van de zaalwacht blijven.

Eenmaal thuis achter de computer bleek Pedro de Bolduque in een mum op het scherm getoverd. In de volgende blog komen over zijn leven en werk meer gegevens die nu eens niet in Wikipedia staan. Inmiddels mocht ik in Spanje op verschillende plekken het resultaat van zijn inspanning in ogenschouw nemen.

Overigens heeft het museum in Valladolid een nieuwe naam: Museo Nacional Colegio de San Gregorio. Het ligt naast het Palacio de los Pimentel waar een gevelsteen aangeeft dat hier Filips II geboren werd. Zijn standbeeld staat op het aangrenzende Plaza de San Pablo. De kerk van San Pablo heeft een gevel in de ‘estilo hispanoflamenco’, evenals het Colegio de San Gregorio. ‘Flamenco’ verwijst niet naar de dans, maar naar ‘Vlaams’, of hier liever ‘Bourgondisch’. Nog steeds noemt Den Bosch zich Bourgondisch, maar niet vanwege de veronderstelde aanwezigheid van een verfijnde levensstijl

(Wordt dus vervolgd.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten