zondag 5 augustus 2012

Cádiz

Om precies 09.30 uur parkeer ik op 3 augustus 2012 de auto op de eerste ‘etage’ van de ondergrondse garage San Antonio in het centrum van Cádiz. Met vier jaar geleden lijkt er geen steek veranderd. Het tegendeel is ongetwijfeld waar. In elk geval bevindt het VVV zich in hetzelfde kioskachtige gebouw bij de haven. De man van mijn nicht raakt meteen opgetogen. Hij heeft als kapitein veel zeeën bevaren en voor deze Amerikaan 'does it feel like home'.
Er is meer dat hij en zijn vrouw hier menen te herkennen: het klimaat in deze stad. Dat voelt aan als dat in hun woonplaats San Diego, Californië. Ik was daar twee keer en ik snap hun enthousiasme.

De stad heeft vier gemarkeerde wandelroutes. Die kun je lopen langs evenzovele op het trottoir aangebrachte 'linten'. Elk heeft een eigen kleur. Panelen vertellen onderweg de wetenswaardigheden. Een simpel en handig systeem. Wij kiezen het onderwerp dat de bastions aan de zeezijde in beeld brengt en gaan aan de wandel. Ondertussen vertel ik over de handels- en culturele betrekkingen tussen Cádiz en de Nederlanden voor en tijdens de Gouden Eeuw. De werken daarover van de hier geboren Ana Crespo Solana heb ik nauwgezet gelezen.

Het wordt een in mijn ogen plezante tocht met historie, continent overstijgende verbanden, aangename verwondering, zoals in het fort dat Filips II liet bouwen na de plundering door een Engels-Hollandse vloot in 1596. De binnenplaats van dit bastion doet sterk denken aan bouwwerken die dankzij de Spaanse aanwezigheid daar, ook in de omgeving van San Diego te zien zijn. Een vervreemdend effect.

Het door mij aangeprezen Romeinse amfitheater blijkt vanwege urgente werkzaamheden gesloten. Het zogenoemde 'Huis van de Bisschop' bezoek ik opnieuw. Een wandeling op één plek langs een archeologische route die teruggaat tot de stichting der stad door de Feniciërs. Ook hier lees ik een verwijzing naar de Engels-Hollandse plundervloot van 1596. Plus dat de bisschopswoning te zien is op een schilderij uit 1567 van Anton van den Wyngaerde, Antonio de las Viñas. Kijk, da's dan een verwijzing naar de aanwezigheid hier van lieden uit de Spaanse Nederlanden. In Sevilla en omgeving waren dat er honderden: handelaren, kunstenaars, handwerkslieden.

En er is Bar 'El Rincon de Cai', aangeprezen door de baliemedewerkster van het Palacio Episcopal. Ik eet er Albondigas de choco, visballetjes met sepiasaus. Een tapa die ik in mijn persoonlijke top-3 zet.

Na de siësta in het hotel rijden we naar Arcos de la Frontera waar we een hapje eten en om 22.00 richting Plaza del Cabildo gaan. Feest Velá Flamenca de las Nieves.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten