donderdag 21 november 2013

Oesterzwamdak

Natuurlijk kick ik op al die ouwe meuk hier Sevilla. Gelukkig vormt het fikse historische centrum - waarvan de toeristische trekpleisters een niet overheersend onderdeel vormen - geen museum. Vanaf het eerste moment dat ik er rondstruin, voel ik me thuis in deze levendige en aangename omgeving. Zeker in dit seizoen, waarin de middagtemperatuur zeker de eerste dagen oploopt tot rond de 20ºC. 's Zomers is het vaak dubbel zo warm en dan ontvluchten de bewoners massaal de warmste plaats van Spanje.

De kern van Sevilla bevindt zich tussen het water van de Guadalquivir en de Calle María Auxiliadora. Dat ‘Casco antiguo’ bestaat uit 12 wijken waarvan ik tijdens dit verblijf met name San Vicente en San Lorenzo beter leer kennen en waarderen. Ze liggen ver genoeg verwijderd van trekpleisters als kathedraal, Giralda en El Alcázar om 'op zichzelf' te zijn.

De buurten buiten het toeristische zwaartepunt lijken elkaars concurrent als het gaat om de vraag waar de meeste en mooiste kerken, kapellen en kloosters staan. Of het grootste aantal eetgelegenheden, kleine winkeltjes en werkplaatsen. De huizen zijn vaak van verrassende schoonheid.

Een van die vele godshuizen is de Iglesia de omnium Sanctorum. Die blijkt met de noordzijde vast te zitten aan een levendige overdekte markt voor groente, fruit, vlees en vis. De klokkentoren is opgetrokken in mudejarstijl; met geadopteerde Arabische karakteristieken. Het hoofdgebouw is gotisch en onder de vele beelden daarbinnen bevindt er zich een Maria, gemaakt door Roque de Balduque.

Eenmaal de poort gepasseerd, lijkt het interieur inderdaad de naam alle eer aan te doen: wat een heiligen! En welke beeld van de Zoete Moeder is van De Balduque? Er blijken meerder kandidates. Na enkele doorverwijzingen kom ik uiteindelijk terecht bij een oudere heer die me verwijst naar een kleine Maria boven het hoofdaltaar. 'Ze is onze patrones', voegt hij toe. We praten wat over de achtergrond van mijn interesse terwijl naast ons de aanbidding van een andere Maria onder grote belangstelling verder gaat. Voor ik de kerk verlaat, krijg ik van de grijze heer een blinkende sleutelhanger.

Buiten is het aangenaam druk. De Plaza Mayor heeft sinds maart 2011 een reeks paddenstoelen als schaduwbrengende overkapping. Wie krijgt dit oesterzwamdak bedacht? Ik weet niet of ik dit moderne Fremdkörper in deze historische entourage nu een geniale vondst dan wel een barbaarse ingreep moet vinden. Bijzonder is het in elk geval wel.

En dan weer richting kathedraal. Dit keer voor het bouwwerk daarachter: Los Archivos de las Indias. In een aantal zalen is een tijdelijke tentoonstelling ingericht rond Spanjes ontdekkingsreizen van Mexico naar de Molukken over de Stille Zuidzee. De expositie 'El Pacífo' heeft als decor honderden kartonnen dozen met daarin een deel van het historische materiaal betreffende Spanjes verovering van en handel met las Américas en het gebied westelijk daarvan.

Daarna is het rond 16.00 uur weer tijd voor ‘Tapas y Jerez’. Met een uiteindelijke score in vier dagen van 15 stuks, kom ik op 25% van het aanbod. Lekker. En mijn taks. ’s Avonds schijf ik op de eerste verdieping aan bij de eerder bezochte ‘Abecería de San Vicente’ voor een volle maaltijd. Ook lekker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten